Skip to main content

Een karaktervol ritme en gezicht

De oude campus van ACV-CSC-METEA aan het Sint Pietersstation in Gent spande zich op tussen de Koning Boudewijnstraat en de Koning Albertlaan en bestond uit een aaneenschakeling van verschillende gebouwen (met twee gevels en twee gezichten) aan de straat, en drie kleinere gebouwen in het binnengebied. De bestaande gebouwen gingen nauwelijks in dialoog met hun omgeving.

Het geheel toonde zijn semi-publieke programma op geen enkele manier aan de buurt. Daarnaast vormden de bestaande gebouwen van de campus een onoverzichtelijk geheel, zowel structureel als architecturaal. Door de jaren heen hebben verschillende ad-hoc ingrepen en verbouwingen deze cluster van gebouwen vervormd en verwrongen, waardoor functionele samenhang, interactie en leesbaarheid nagenoeg ontbraken. Tijd voor schoon schip!

Er werd in eerste instantie maximaal ingezet op het behoud van de bestaande infrastructuur: de oude archiefkelder werd omgevormd tot fietsenstalling en toegankelijk gemaakt vanaf de straatkant, de 3 bestaande achterbouwvolumes werden gestript en in hun geheel gerenoveerd volgens de BEN-principes. Ondanks hun robuuste structuur waren de bestaande hoofdvolumes niet compatibel met de hedendaagse comforteisen. Ze werden gesloopt en vervangen door een nieuw volume in houtmassiefbouw. Door te bouwen met houtmassiefbouw wordt de CO2-voetafdruk van het nieuwe gebouw aanzienlijk verlaagd, Een zeer bewuste keuze van de bouwheer en het ontwerpteam. Door de achterbouwvolumes open te werken en op een heldere manier te verbinden met dit nieuwe volume, kon het gewenste bouwprogramma volledig worden gerealiseerd. Het gebouw aan de Koning Albertlaan kon worden losgekoppeld en 2 open, groene tuinen werden aangelegd in het binnengebied die naadloos aansluiten op de cafetaria en de vergaderruimtes.

Naast het hergebruik en de renovatie van de bestaande volumes, werd samen met Labeur vzw reeds in de afbraakfase een volledige inventaris gemaakt van de bestaande losse en vaste infrastructuur, maar ook van oa het schrijnwerk en specifieke (demonteerbare) bouwmaterialen. Zaken als isolatie, binnenschrijnwerk en afwerkingsmaterialen konden hierdoor een tweede leven krijgen via een alternatief circuit. Een aantal specifieke elementen (waaronder de bestaande kastdeuren, keukentoestellen, haspels en akoestische schuifwanden) konden worden hergebruikt in het nieuwe gebouw.

Het nieuwe hoofdvolume krijgt op het gelijkvloers een glazen, naar binnen knikkend volume en een brede onderdoorgang, waardoor een sterke link ontstaat tussen het binnengebied en de straat. De toegang tot het gebouw, het binnengebied en ondergrondse fietsenstalling worden op deze manier in 1 beweging ontsloten. De glazen sokkel vormt een doorzichtige en lichte plint, en benadrukt zo het strakke houten volume. Het volledige gelijkvloers wordt ingenomen door de cafetaria met informele werk- en ontmoetingsplekken aan de straatgevel, en dienende functies en vergaderzalen in de achterbouw. De bovenliggende verdiepen omvatten leslokalen, kantoren en vergaderruimtes voor ACV-CSC-Metea. Het hoofdgebouw staat op een nieuwe betonnen kelder – waar alle technieken en noodzakelijke bergingen werden onder gebracht – en wordt aan de zuidelijke flank ingeklemd door een betonnen trappen- en liftkern.

De 3 bovenliggende bouwlagen, met voornamelijk kantoren en vergaderzalen, zijn volledig opgetrokken in massiefhout. Door een combinatie van slanke massieve houten vloerplaten en balken, kunnen de technieken (verlichting en klimaatplafond) worden ingewerkt in het grid van het plafond. Het resultaat is een evenwichtig en warm interieur met veel zichtbaar structureel hout, in combinatie met lichte invullingen voor het klimaatplafond, de verhoogde vloeren en wanden. De open structuur laat toe de verschillende kantoorplateaus in de toekomst opnieuw volledig van binnenuit te demonteren en vrij in te richten.

In samenwerking met Bureau Bouwtechniek werd op basis van een dynamische daglicht- en zonweringstudie een uitgekiend evenwicht tussen daglichttoetreding, zonwering, rechtstreekse buitenzichten en onderhoudsparameters uitgewerkt om tot de juiste afmetingen van de vinnen en gridmaten van de gevel te komen. De verticale diepe houten lamellen houden rechtstreeks zonlicht buiten, de zacht-wit gelakte horizontale vinnen reflecteren diffuus daglicht tot diep in de kantoren. Mede door de verticale lamellen in verschillende richtingen te inclineren, kunnen de sterkste pieken qua daglichttoetreding doorheen de dag worden afgevlakt. De houten lamellen, samengesteld uit thermisch behandelde planken in fsc-vuren, zorgen niet alleen voor een passieve zonwering voor de verschillende kantoorverdiepingen, maar geven het gebouw ook een karaktervol ritme en gezicht.

— 05 september 2024 —